maandag 19 april 2010

Zwembad

Het is - wat, 10? 15? jaar geleden dat ik er voor het laatst was, maar er is nog niks veranderd. Twee vrouwen van een jaar of dertig zwemmen babbelend en tergend langzaam - praten kost immers energie - naast elkaar, een muurtje opwerpend voor iedereen die ze tegemoet komt of ze wil passeren. In de 'snelle baan' zwemmen louter mannen, ondanks het feit dat de helft langzamer gaat dan de meeste zwemmers in de andere banen. Een man doet de vlinderslag. Met veel geweld stort hij zich op het water, iedereen in zijn nabije omgeving wendt het hoofd af tegen het opspattende water. In baan drie zit een schoppertje, een venijnig type dat met een verbeten gezicht door het water ploegt, onder water felle schoppen uitdelend aan iedereen die te dicht langs hem zwemt. Hij draagt een duikbrilletje, zodat je hem niet in de ogen kunt kijken.

Aan de kant leert een moeder haar kind duiken. Ze is van het type dat zichzelf zou omschrijven als een leeuwin en dingen zegt als `wie aan mijn kinderen komt, komt aan mij.'

In het ondiepe gedeelte staat een jong stelletje. Hij draagt een broek die zo min mogelijk prijsgeeft, zij een bikini die het tegenovergestelde doet. Ze heeft haar armen om zijn nek geslagen en staart naar de douches, terwijl hij, over haar schouder heen naar het water staart. Ze komen niet om te zwemmen, dat is duidelijk, ze willen alleen weer eens elkaars lichamen tegen elkaar aan voelen en door het gevoel worden verrast. Twintig, eenentwintig zijn ze, en nu al uitgeblust. Na afloop gaan ze een patatje halen, gok ik, en daarna roken ze zwijgend een sigaret die ze uitdrukken in het plastic bakje. Dan stappen ze weer op hun scooter.

Ik klim via het trappetje uit het water. De badmeester wendt discreet zijn blik af.