zondag 21 maart 2010

Spoor

Achter ons huis lag een sloot, en daarachter lag een spoorrails. Vroeger maakte die deel uit van de haarlemmermeerspoorlijnen, nu reed er alleen nog een museumtreintje over zomers, en soms een locomotief met een paar lege vrachtkarren erachter. Omdat er zo zelden een trein voorbij kwam, gingen we altijd kijken als we er een aan hoorden komen. Als we eraan dachten legden we eerst stuivers of centen op de rails, die soms wel een meter wegsprongen en helemaal plat en vervormd waren als we ze terugvonden.

Het spoor voerde niet alleen langs ons huis, maar ook praktisch langs dat van mijn beide grootouders. Alleen woonden zij in Amstelveen en wij in Uithoorn. Als we zeurden dat we naar opa en oma wilden, zei mijn vader vaak: `Ga maar lopen langs de spoorrails, immer gerade aus, gewoon rechtdoor.'

Op een dag besloten we dat te gaan doen, ik, mijn zusje, mijn vriendinnetje en haar broertje. Het was een landerige zomerdag, de straten waren uitgestorven, onze ouders nergens te bekennen. We begonnen te lopen, immer gerade aus. We hadden allevier een appel meegenomen, want we wisten dat het best ver was.

Urenlang liepen we, we werden draaierig van de bielzen die onder ons door trokken, en we kregen dorst, want onze appels waren allang op. Het broertje van mijn vriendinnetje werd moe en tenslotte huilerig, en weigerde toen nog verder te lopen. Hij ging op de verroeste rails zitten met zijn witte broekje, en wilde pas weer verderlopen toen we héél boos op hem werden en dreigden hem daar achter te laten.

Tegen de tijd dat we in Amstelveen aankwamen waren we te moe om nog wat uit te kunnen brengen. Oma was heel verbaasd toen ze ons aan zag komen. Ze gaf ons limonade en een plak koek, en belde toen onze ouders. De ouders van mijn vriendinnetje waren woedend. Haar vader sprong meteen in de auto om ons op te halen. Mijn ouders waren niet erg onder de indruk, mijn vader moest er zelfs wel om lachen. `Immer gerade aus,’ zei hij steeds, waarna hij weer moest lachen. Eigenlijk wilde ik dat mijn ouders ook boos waren. Maar die kon het nooit zoveel schelen wat we deden. Als we die middag naar Parijs waren gelift, hadden ze het ook best gevonden.