zaterdag 20 februari 2010

Pick-up

Ik dronk koffie met een vriendin en we hadden het over pick-ups. Niet over platenspelers en ook niet over auto's, maar pick-ups van pick-up lines. Daar is niet echt een goed woord voor in het Nederlands. Openers dekt de lading niet. Het zit tussen een opener en een versiertruc in.

De vreemdste plek waar ik ooit werd aangesproken met een pick-up line was de supermarkt. Nu zeggen vrouwenbladen en zelfbenoemde datingoeroe’s altijd dat de supermarkt een heel goeie plek is om mannen/ vrouwen te ontmoeten, maar ik geloof niet dat ze specifiek bedoelen: bij de vleeswaren. Daar vond dit wel plaats, op de vleeswarenafdeling. Ik werd er aangesproken door een man. Hij was niet onaantrekkelijk en oogde ook niet psychisch gestoord. (Dit voor de duidelijkheid.) Hoe zijn pick-up line precies luidde ben ik vergeten, maar ik holde in elk geval niet meteen gillend weg. We maakten een praatje, en toen liep ik door. In het volgende gangpad kwam ik hem weer tegen, en het daarop volgende gangpad weer. Telkens wisselden we een paar woorden, en tegen de tijd dat we in de rij voor de kassa stonden gaf hij me zijn telefoonnummer. Nâh, dacht ik, echt niet dat ik ga bellen.

’s Avonds toetste ik het nummer in.
`Met Marieke, je weet wel, van de vleeswaren.' Ik hoorde nu pas hoe stom het klonk.
Hij reageerde nauwelijks verrast. `Ik wist wel dat je zou bellen,’zei hij.
Dat vond ik zo'n afknapper dat ik onmiddellijk wilde ophangen. Maar dat deed ik niet, ik bleef vijf lange minuten met hem aan de lijn, toen zei ik dat er iemand voor mijn deur stond en hing op. Ik heb nooit meer teruggebeld.

Waarmee ik niet wil zeggen dat mannen geen vrouwen moeten aanspreken, integendeel, maar misschien is de vleeswarenafdeling van de supermarkt niet echt de meest geschikte plek.