dinsdag 31 oktober 2023

Yamato en de beer

 
Ik las in de krant dat er steeds vaker mensen worden aangevallen door beren in Japan. Beren drongen woonwijken binnen, een man had een beer in zijn garage aangetroffen. Onder het bericht stond een link naar een ander bericht dat min of meer (zo gaat dat) te maken had met beren in Japan. Het ging over een 7-jarig jongetje dat zoek was geraakt in een bos waar beren woonden. Hij was met zijn ouders gaan wandelen en toen hij maar steentjes bleef gooien naar voorbijgangers en auto’s zeiden zijn ouders: als je niet ophoudt, laten we je hier achter. Yamato Tanooka hield niet op, en zijn ouders stapten in de auto en deden of ze zonder hem terug gingen. Volgens het bericht reden ze een paar honderd meter, waarna ze omkeerden en terugreden. Maar toen ze terugkeerden op de plek waar ze Yamato hadden achtergelaten, was hij daar niet meer. 

Hij was nu al drie dagen weg. Zijn ouders hadden niet onmiddellijk de politie ingeschakeld, en toen ze het wel deden verzonnen ze een verhaal over dat ze hun kind uit het oog waren verloren tijdens het plukken van groente in het bos. Een woordvoerder van een nabijgelegen dorp zei dat hij de kans klein achtte dat Yamato, die alleen een korte broek en een T-shirt droeg, nog levend gevonden zou worden. Er kwamen weinig mensen in het gebied, het was er ’s nachts pikkedonker en de kans was groot dat je een beer tegenkwam. Het water in de stroompjes in het bos kon je niet drinken, daar zat een parasiet in, en eetbare dingen waren er zo vroeg in het jaar (het was begin juni) nog niet te vinden. 
Ik verwacht niet dat de woordvoerder het ooit tot woordvoerder van een grote organisatie gaat schoppen, maar dit terzijde.

Ik vond een ander bericht, op de site van de BBC, waarin stond dat de 7-jarige na zeven dagen was gevonden. Yamato Tanooka had vijfeneenhalve kilometer gelopen door dichtbegroeid woud, tot hij bij een militaire hut aankwam. Er was daar geen voedsel, maar er was een kraan waar drinkwater uit kwam en er lagen matrassen op de vloer waarop hij had geslapen. Er stond niet bij hoe hij de militaire hut binnen was gekomen – militairen doen dingen goed op slot, zou je denken. Ook stond er niet of hij wist dat er beren zaten in het bos. Ik vermoed overigens van wel, ouders die dreigen hun kind in het bos achter te laten schromen vast niet om te vertellen dat er gevaarlijke beren leven. 

Bij het artikel stond een foto van de zoekactie en een foto van een heel klein jongetje. Het bijschrift onder de foto zei dat Yamato Tanooka op deze foto jonger was dan in werkelijkheid.

Ik had zo veel vragen. Hadden de ouders geen recentere foto van hun kind? Waarom had de moeder (dat is meestal een taak voor de moeder, zo’n moeder die nerveus lachend akkoord gaat met de idiote plannen van haar man en dan bidt dat het snel voorbij is) Yamato niet via haar achteruitkijkspiegel in het oog gehouden toen haar man wegreed? Hoe lang doet een Japanse auto over ‘een paar honderd meter?’ Is dat genoeg tijd voor een 7-jarige om spoorloos te verdwijnen? Wist Yamato dat er een militaire hut in het bos was? Wist hij hoe hij daar moest komen? Maar ook: waarom voeden sommige ouders hun kinderen op tot zulke kutkinderen? 

Misschien vonden Yamato’s ouders hun zoontje ook een kutkind. Misschien dachten ze: genoeg is genoeg. En: we zijn nog jong genoeg om een nieuwe te maken, misschien komt die beter uit de verf. Misschien wordt het een meisje (ik heb altijd een meisje gewild, dacht de man), misschien worden het er twee (zodat ze nooit zo eenzaam zullen worden als ik, dacht de vrouw). En het jongetje (dat van hun plannen wist omdat hij ze had horen praten toen hij wakker lag – het was sowieso te koud om te slapen, op die kale betonnen vloer), dat jongetje dus, dacht: eindelijk! Hij probeerde nu al maanden de aandacht te trekken van voorbijgangers en auto’s tijdens zijn wekelijkse luchtmoment. Hij verzamelden steentjes in zijn broekzak. Maar er kwamen niet veel auto’s en mensen langs op die plek in het bos. Dit keer zou hij het anders aanpakken. Hij moest wel, nu hij hun plannen kende. Hij zou de benen nemen, naar de militaire hut, militairen waren goede mensen – dat dacht hij tenminste, Yamato had nog nooit een militair gezien. 

Het lukte. Hij vond de hut, ging naar binnen en wachtte op de militairen. Hij kreeg honger, hij werd moe, hij viel in slaap, hij werd wakker en hij had het koud. Het was een beetje zoals thuis, maar dan anders. Hij dacht niet aan zijn ouders. Dat wist hij omdat hij telkens tegen zichzelf zei: ik ga niet aan mijn ouders denken. Kijk, ik denk al niet meer aan ze. 
Af en toe drukte een beer zijn neus tegen de ruit en dan dacht Yamato dat het een militair was (hij had er immers nooit een in het echt gezien). Maar de beer-militair verdween voordat Yamato de deur had kunnen opendoen. 

Na zeven dagen en zes nachten (Yamato, die ze niet telde, dacht dat het er minstens drieëntachtig waren) ging de deur van de hut open en verscheen er een man die vroeg wat hij daar deed. 
Ik wacht op een militair, zei Yamato. 
Ik ben een militair, zei de man. 
Nee, zei Yamato, ik heb militairen gezien door het raam, ze zien er heel anders uit. 
Het duurde even voordat de man Yamato had weten te overtuigen. De chocola hielp daar ook bij. 
Ga ik met u mee? vroeg Yamato. 
Nee jongen, wees maar niet bang, zei de militair. Jij gaat terug naar huis.