dinsdag 21 maart 2017

Bubbels en spreeuwenkak

Column voor Hoofdzaken, tijdschrift voor migrainelijers:

Op vakantie in Marokko kreeg ik migraine. Terwijl mijn vriendinnen door Marrakech dwaalden lag ik in de hotelkamer met de luiken dicht. Toen ze terugkwamen hadden ze een zakje kruiden bij zich, gekocht op de souk. Een probaat middel tegen migraine, had de marktkoopman gezegd, ik hoefde alleen de geur maar op te snuiven.
Ik hield het zakje onder mijn neus. Eucalyptus, kruidnagel en nog iets. Het was geen vervelende geur, zelfs wel een prettige, maar de migraine verdween er natuurlijk niet door.

Ooit arriveerde ik met milde migraine bij een kennis in Oostenrijk. Die zei: ‘Was du brauchst sind Bubbles!’ Voor ik het wist had ze een fles Sekt opengetrokken en een glas voor me ingeschonken. Het werkte echt, bezwoer ze me, dat kwam door het koolzuur. Ik zei niks. Als het op migraine aankomt is iedereen een expert. Een oude schrijver die de hele wereld over was gereisd zwoor bij tijgerbalsem. Hij pakte een potje met een verweerd etiket en masseerde het goedje in mijn voorhoofd, dat eerst ijskoud en vervolgens gloeiend heet werd. Een paar weldadige minuten zorgde het voor verlichting, al was het alleen maar omdat de pijn heel even werd vervangen door een andere sensatie.

Erger zijn de ongevraagde adviezen van onbekenden. ‘Mijn moeder perste als ze migraine had altijd een halve citroen uit, deed er drie theelepels zout bij en dronk dat op,’ schrijft iemand op mijn Facebookpagina. Een ander zegt dat ik voor het slapengaan twee glazen water moet drinken, en weer een ander stuurt me een bericht waarin ze schrijft volledig van haar migraine te zijn genezen sinds ze geen melkproducten meer consumeert. ‘Migraine is meestal een voedselallergie.’
Ik zou gewoon kunnen antwoorden: dankjewel voor de tip. Maar ik krijg het niet uit mijn toetsenbord. Woedend maakt het me, omdat ze mijn migraine degraderen tot een vaag pijntje dat je verhelpt door een ui in een natte theedoek om je hoofd te binden of spreeuwenkak in je slapen te masseren.
Wat niet wel zeggen dat ik het niet allemaal heb geprobeerd. Zolang er geen medicijn bestaat dat afdoende werkt, ben ik bereid om alles te proberen en, heel eventjes, alles te geloven. Ook geloof werkt pijnstillend.